- vlot
- vlot1{{/term}}〈het〉1 [vaartuig] radeau 〈m.〉2 [opblaasbare reddingsboot] bateau 〈m.〉de sauvetage pneumatique————————vlot2{{/term}}〈bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [gemakkelijk vloeiend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 facile; 〈bijwoord〉 facilement2 [zonder oponthoud] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 rapide; 〈bijwoord〉 rapidement3 [gemakkelijk in de omgang] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 affable; 〈bijwoord〉 avec affabilité4 [niet stijf] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 joli; 〈bijwoord〉 joliment5 [drijvend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 renfloué♦voorbeelden:1 een vlotte babbel hebben • avoir du bagouteen paar vlotte krabbels • quelques croquis rapidement tracéseen vlotte pen • une plume facileeen vlotte stijl • un style coulantdat boek laat zich vlot lezen • ce livre se lit facilementeen les vlot opzeggen • réciter une leçon d'un seul traitvlot schrijven • écrire avec facilitévlot spreken • parler avec aisance2 een vlot antwoord • une réponse rapideeen vlot verloop hebben • se dérouler sans encombrevlot antwoorden • avoir la répartie facilevlot verkocht worden • se vendre facilement3 een vlot persoon • une personne affable4 een vlot hoedje • un petit chapeau coquethij is wat vlotter geworden • il s'est dégourdi un peu5 een schip vlot trekken • renflouer un navire
Deens-Russisch woordenboek. 2015.